In een energieneutraal gebouw zijn ramen niet meer noodzakelijk voor ventilatie. Hiervoor in de plaats komt balansventilatie. Belangrijkste doel van ventileren is gezonde binnenlucht. Echter ook voor verwijderen van: CO2, vocht, geuren, giftige stoffen en fijnstof.
Eisen Passiefhuis ventilatie systeem:
Geluidseisen bouwbesluit Max. geluidsniveau in verblijfsruimten: 30 dB(A), in goed geïsoleerde gebouwen 25 dB(A)
Minimale temperatuur toevoerlucht 16,5 graden Celsius
Relatieve luchtvochtigheid Tussen 30 en 60%
Minimaal percentage warmte terugwin 75% netto
Luchtdicht Lekkage max. 3%
Dampdichte isolatie koude kanalen Lambda 0,04 W/(mk).
Balansventilatie: is zowel aangevoerde als afgevoerde lucht via mechanische ventilatie.
WTW toestel: principe is overdracht van warmte van de af te voeren binnenlucht naar de aangezogen koudere buitenlucht. Toestel bevat twee ventilatoren en luchtwarmte wisselaar.
Aandachtspunten:
- Kies een toestel met gelijkstroom ventilatoren.
- Plaatsing binnen thermische schil.
- Kies opstelruimte zo dat koude lucht kanalen zo kort mogelijk zijn.
- Flexibele ophanging ivm geluidsoverdracht.
- Plaatsing niet naast slaapvertrekken.
- Toestel met ruime capaciteit en lage luchtsnelheid in kanalen ivm geluid.
Doorstroomventilatie: verse lucht toegevoerd naar verblijfsruimten, overstroom zone naar entree, gang en overloop en afvoer in badkamer, toilet, keuken en berging.
Stappenplan dimensioneren balansventilatie.
Je kan verschillende methodes hanteren voor bepaling capaciteit ventilatie:
- Vermenigvuldig oppervlak grootste verblijfsgebied met 0,9.
- Vermenigvuldig oppervlak alle verblijfsgebieden met 0,7
- Bepaal de minimaal toe te voeren lucht voor elke verblijfsruimte x 0,7 en tel alles bij elkaar op.
Ventilatieontwerp in de normaalstand.
Maximaal is hierboven uitgerekend, dit is de geinstalleerde ventilatie capaciteit.
Ontwerpregels voor normale stand bij luchtdichte gebouwen:
- 30m3 per uur per persoon per woning.
- Ventilatievoud tussen 0,3 en 0,4/h van werkzame luchtinhoud.
- Ventileer alle ruimtes minimaal 0,2/h
- Pas de luchtvolumestroom per ruimte aan het te verwachte gebruik.
Het gaat hierbij om de volgende stappen:
1. Benodigde toevoer in slaapkamer, > of gelijk aan 15m3/h en woning 30m3/h per persoon in normaalstand.
2. Bepaal benodigde toevoer in overige verblijfsruimten. Toe- en afvoer in balans.
3. Bepaal de ventilatie debieten per afvoerruimte.
4. Voldoet max. debiet in keuken aan bouwbesluit?
5. Warmte toevoer via luchtroute.
6. Controleer het ventilatievoud van de werkzame luchtinhoud.
7. Voldoen debieten aan eisen bouwbesluit?
8. Bepaal de overstroom voorzieningen.
Aandachtspunten balansventilatie.
- Aanvoerrooster: toevoer opening voor schone buitenlucht. Moet voldoende schoon gehouden worden, geen diertjes en regen.
- Luchtinlaat: positie is belangrijk, voldoende hoog ivm uitlaatgassen en minimaal 1,5 mtr. van afvoer vandaan. Openingen luchtinlaat en afvoer in zelfde richting plaatsen om winddrukverschillen tegen te gaan. Om oververhitting tegen te gaan in de zomer voorkeur voor plaatsen aan noordgevel of in schaduw of onder dak overstek.
- Varianten aanzuigroosters: gecombineerd aan en afvoer en aanzuigen door maaiveld heen naar WTW opstelling in de kelder.
- Isolatie aan- en afvoer kanalen: dit om condensatie te voorkomen en dampdicht aanbrengen.
- Mogelijkheden vorstbeveiliging: buitenlucht voorverwarmen of buitenlucht aanzuigen via grondbuis.
- Bypass: Er een mogelijkheid om in de overgangsperioden (lente) te installeren. Dit als de lucht in de grond kouder is dan buiten. Aangezogen warmere lucht dan rechtstreeks naar binnen toe.
- Ventielen voor luchttoevoer en afvoer: plaats ventielen zo dat ze geen tocht veroorzaken. Daarbij niet bij deuren plaatsen of bij zitplekken. Ventielen dienen zodanig geplaatst te worden dat volledige doorspoeling van de leef zone wordt bereikt. Letop! Geen vette baklucht uit de keuken opzuigen.
- Oorzaak van te droge binnenlucht is vaak onnodig veel ventilatie. Er kan ook een bevochtiger geplaatst worden.
- Voor een geluidsarme ventilatie het volgende in acht nemen: stil WTW toestel en met ruime capaciteit, ophanging toestel niet naast slaapvertrekken, buigslappe koppeling, min mogelijk bochten, afmetingen kanalen voldoende groot en geen bochten achter ventielen.
Zomernachtventilatie.
Een passief gebouw is uitgerust met zomernachtventilatie. Men kan dan ’s-Nachts, in de zomer, extra ventileren om oververhitting van de woning te voorkomen. Dit is alleen effectief wanneer het buiten koeler is dan binnen en als er een lichte bries aanwezig is. Alleen wanneer aan deze voorwaarden wordt voldaan is het verstandig om deze manier van ventileren te gebruiken. Deze voorzieningen dienen aan tenminste 2 gevels te zijn toegepast en op verschillende hoogten anders werkt het onvoldoende. Ook zijn voldoende overstroomvoorzieningen nodig om te ventileren in meerdere ruimten.
Deze ventilatie voorzieningen bestaan uit een draaibaar of kiepbaar geisoleerd paneel of raam met daarvoor aan de buitenzijde een inbraakwerend stalen rooster met vliegengaas. Het rooster blijft vast in het kozijn zitten als het paneel of raam open gaat. Dit opengaan kan met de hand maar kan ook elektrisch met aansturing van een weerstation.