Passief bouwen is het bouwen van de toekomst. Dat kunnen we toch wel zeggen mede naar aanleiding van de recent sterk gestegen energieprijzen. Het is in feite terug naar de basis, naar de natuur. Een passief gebouw is energiezuinig en maakt optimaal gebruik van de zon, de warmte of koeling van de bodem en is voor een groot deel zelfvoorzienend, dus geen of zo min mogelijk actieve verwarmingsbronnen en koelingsinstallaties. De ramen zijn als het ware energiecentrales voor de woning en door middel van balansventilatie en zomernachtventilatie kan er ook gekoeld worden.
Passief bouwen kan ook een grote rol spelen in de gewenste CO2 reductie. Het gebruik van biobased materialen gaat hand in hand met dit bouwprincipe. Het heeft dus eigenlijk alleen maar voordelen, waar wachten we nog op om deze gebouwen in grote getale toe te passen!
Samenvattend is een passief gebouw een gebouw wat in de zomer vrijwel vanzelf koel blijft en in de winter vanzelf warm. Daarnaast heeft het een zeer gezond binnenklimaat. Door luchtdicht (tochtvrij) te bouwen en thermische bruggen zoveel mogelijk te voorkomen kan het binnenklimaat goed worden gecontroleerd en geregeld en worden koude luchtstromen voorkomen. Daarnaast wordt condensatie en het kunnen ontstaan van schimmels vrijwel onmogelijk gemaakt.
Mooier kunnen we het niet maken.
Belangrijkste eisen voor Passiefhuisconcept zijn:
- Netto energievraag ruimteverwarming maximaal 15 KWH/m2 per jaar. Voor renovatie 25 kWh/m2.
- Totale primaire energiebehoefte per m2 gebruiksoppervlak bedraagt 120 kWh per jaar voor nieuwbouw en voor renovatie: 130 kWh per jaar. Primaire energiebehoefte houdt in het energieverbruik voor verwarming, koeling, ventilatie, warm tapwater en verlichting. Het energieverbruik van aanwezige systemen worden verrekend.
- Beperking ongewenste infiltratie (luchtdichtheid) is 0,6 h-1 bij 50 Pa drukverschil. In Nederland: qv;10, kar < 0,15 dm3/(s.m2Ag).
- Compact bouwen (verhouding buitenschil met m3 gebouw).
Kenmerken Passiefhuisconcept:
- Gedoseerd binnenkrijgen wat de zon levert door goede oriëntatie van gebouw en keuze glasoppervlakken.
- Vasthouden wat er binnen is; goed isoleren, luchtdichtbouwen, ventileren en de afgezogen warmte terugwinnen.
- Het buiten houden van zonnewarmte die je niet wilt hebben door toepassing van zonwering in de zomer.
- Het eruit halen wat je teveel hebt; door toepassing zomernacht ventilatie.
Onderdeel Bouwdeel Specifieke eisen
Luchtdichtheid Gehele thermische schil N50<0,6h-1, qv;10,kar < 0,15 dm3/(sxm2Ag)
Warmte weerstand Begane grondvloer Rc = 6,5-10,0 (m2.K)/W
Warmte weerstand Dakconstructie Rc = 6,5-12,0 (m2.K)/W
Warmte weerstand gevels Rc = 6,5-12,0 (m2.K)/W
Warmtedoorgangscoefficient Ramen Uw < 0,8 W/(m2.K)
Warmtedoorgangscoefficient Deuren Udeur < 0,8 W/(m2.K)
Lineaire warmteverliezen Alle aansluitingen Psi,e < 0,01 W/(m.K)
Exacte waarden van warmte weerstand en warmtedoorgangscoëfficiënten van de thermische schil moeten per project vastgesteld worden. Afhankelijk van ontwerp en de oriëntatie van de woning varieert de warmtevraag en moeten de eisen aan de Rc waarden en U waarden naar boven of beneden bijgesteld worden. Dit kan met behulp van de PHPP berekening.
Aandachtspunten Passiefhuis bouw.
1. Oriëntatie: De start van het ontwerpen begint bij de juiste plaatsing van het huis met de windrichtingen. Bij Passiefhuis is de zuidgevel belangrijk voor zonne-opbrengsten in de winter als de zon laag staat. Een Passiefhuis is zo geplaatst dat het wordt verwarmd in de winter en in de zomer zorgen voorzieningen voor schaduw. De optimale oriëntatie is noord-zuid. De leefruimten moeten zoveel mogelijk aan de zuidgevel gelegen zijn en de natte ruimten aan de noordgevel. Zodoende kan de noordgevel meer gesloten worden uitgevoerd waardoor transmissie verliezen zoveel mogelijk worden beperkt.
2. Thermische lekken en bruggen: Thermische lekken ontstaan bij onderbrekingen van de isolatie en waar de isolatie niet goed aansluit (naden). Hierdoor ontstaat thermische trek wat leidt tot een luchtstroom door de constructie. Ook luchtlekken in de buitenschil zorgen voor een verhoogd energieverlies. Door infiltratie kan de constructie sterk afkoelen met condensatie tot gevolg. Een thermische brug is een deel van de gebouwschil waar meer warmte doorheen gaat dan door de omringende constructie. Thermische bruggen zijn op te delen in geometrische thermische bruggen en constructieve thermische bruggen. Geometrische ontstaan door de vorm als bijvoorbeeld de buitenschil aan de buitenkant (koude oppervlakte) groter is dan binnenkant, zoals bijvoorbeeld bij een uitwendige hoek. Constructieve ontstaan door noodzakelijke onderbrekingen van de isolatie bijvoorbeeld balkon. Daarnaast heb je lineaire thermische bruggen en puntvormige thermische bruggen. Belangrijk is dat de binnenoppervlakte temperatuur niet te laag wordt met condens als gevolg. Gebruik hierbij de berekening van de temperatuurfactor f.
3. Balansventilatie en zomernachtventilatie: In een energieneutraal gebouw zijn ramen niet meer noodzakelijk voor ventilatie. Hiervoor in de plaats komt balansventilatie. Belangrijkste doel van ventileren is gezonde binnenlucht. Echter ook voor verwijderen van: CO2, vocht, geuren, giftige stoffen en fijnstof. Door het toepassen van een WTW toestel wordt de warmte van de afgezogen lucht afgegeven aan de aangezogen lucht van buiten.
Een passief gebouw is uitgerust met zomernachtventilatie. Men kan dan ’s-nachts, in de zomer, extra ventileren om oververhitting van de woning te voorkomen. Dit is alleen effectief wanneer het buiten koeler is dan binnen en als er een lichte bries aanwezig is. Alleen wanneer aan deze voorwaarden wordt voldaan is het verstandig om deze manier van ventileren te gebruiken. Deze voorzieningen dienen aan tenminste 2 gevels te zijn toegepast en op verschillende hoogten anders werkt het onvoldoende.
4. Luchtdichtheid: Passief gebouwde huizen hebben een zeer goede luchtdichtheid, dat is een belangrijke voorwaarde voor het Passiefbouwenconcept. Luchtdicht bouwen is van belang om de volgende redenen:
- goed thermisch comfort
- beperken van energieverlies
- behoud van constructie door het voorkomen van inwendige condensatie.
Zie voor meer informatie en uitleg tabblad luchtdichting van deze site.
5. Zonwering: Dit is een belangrijk onderdeel van een Passiefwoning omdat anders in de zomer oververhitting kan ontstaan. Dit moet uiteraard worden voorkomen en dit kan door toepassing van buitenzonwering. Buitenzonwering verdient altijd de voorkeur omdat bij binnenzonwering de warmte immers al binnen is. Welk type zonwering hangt af van de oriëntatie van het gebouw. De invloed van de zon verschilt namelijk per windrichting. Over het algemeen zijn zuidgevels het minst problematisch. De zonnewinst in de winter is hier optimaal en in de zomer is de zon te weren met overstekken of horizontale lamellen boven de kozijnen. Voor de oost en westzijde van het gebouw is het anders omdat hier de zon in de zomer lager staat maar nog wel met veel kracht schijnt. De zon schijnt tot ver in de binnenruimte. Voor deze zijden zijn verticale oplossingen het meest effectief zoals screens, schermen, luiken, verticale lamellen e.d.
Er valt nog veel meer te vertellen over deze wijze van bouwen en de materie gaat nog veel verder echter we hopen u enthousiast gemaakt te hebben voor deze wijze van bouwen. Graag komen wij met u in contact om verder met u te praten over uw Passiefhuisplannen en we kunnen u maatwerkadvies geven en u begeleiden bij uw bouwplannen.