Bureau voor advies en dienstverlening.
Wij zijn er voor uw projecten!

Hout en eigenschappen

Iedere houtsoort is uniek en heeft ieder zijn eigen bijzondere eigenschappen. Niet iedere houtsoort is geschikt voor bepaalde toepassingen. Het is belangrijk om elke houtsoort zo toe te passen waar het, het beste tot zijn recht komt. Je moet voorkomen dat hoogwaardige houtsoorten worden toegepast op plaatsen waar dit niet gevraagd wordt. Ook moet je verspilling van hout zoveel mogelijk voorkomen door een optimale indeling en inkoop van het hout. Dit alles uit respect voor het hout. Hout heeft er namelijk 40/50 jaar over moeten doen om oogstrijp te worden en hout heeft vaak een lange weg afgelegd van plaats oogst tot de houtverwerker. Het is dan ook zonde als hout verkeerd wordt toegepast met alle mogelijke gevolgen van dien.


Gecertificeerd hout.
Een misverstand is, dat men denkt dat door het niet kiezen voor (tropisch) hout, dat men het bos spaart. Het tegendeel is echter waar. Als het bos zijn economische waarde verliest wordt het vaak gekapt voor andere doeleinden zoals landbouwgrond. Het is belangrijk om voor gecertificeerd hout te kiezen bijvoorbeeld FSC (Forest Stewardship Council) en PEFC. Hiermee houd je het bos in stand voor een selectieve kap. In gecertificeerde bossen wordt vaak maar 2 of maximaal 3 kaprijpe bomen gekapt per hectare, de rest wordt ongemoeid gelaten. Het gebied wordt daarna circa 30 jaar met rust gelaten. Bovendien is het motto: “wat het bos geeft”. Je komt daardoor in aanraking met vreemde houtsoorten en je wordt dan gestimuleerd om ook deze soorten te onderzoeken en toe te passen waar ze geschikt voor zijn. Ook wordt door de certificering beter gezorgd voor betere arbeidsomstandigheden voor de lokale bevolking. Kortom alle reden om voor gecertificeerd hout te kiezen.
Wist u dat de bossen in Europa de laatste 100 jaar met 30% zijn toegenomen. Ook is het mogelijk dat elke burger in de EU aan het einde van deze eeuw in een houten huis kan wonen. Elke 20 seconden groeit er namelijk in de Europese bossen een houten huis.

Eigenschappen van hout.
Hout heeft een aantal bijzondere eigenschappen namenlijk:

1. Hout is brandbestendig. In tegenstelling tot staal behoud hout zijn sterkte bij brand. Alleen de buitenste laag verkoold, dit vormt dan een isolatielaag en het binnenste hout behoud lang zijn sterkte. Grofweg is de inbrandsnelheid van hardhout 0,5 mm per minuut en bij naaldhout 0,7 mm. Met dit gegeven kan je dan uitrekenen hoe zwaar houten balken moeten worden toegepast die dragend zijn.
Brandbaarheid van bouwmaterialen wordt geclassificeerd in de Europese norm EN 13501-1 varierend van A (niet brandbaar) tot F (uiterst brandbaar). Dit is vooral van belang bij vluchtroutes en gevels. Het gewicht van hout is sterk van invloed op de brandbaarheid. Hout van 310 kg/m3 valt in klasse D-s2-do. Zwaardere kunnen in klasse C vallen. Wanneer klasse B gevraagd wordt dient het hout brandvertragend behandeld te worden.
Wat betreft de brandwerendheid van hout, dit valt in de Europese norm EN 13501-2. Het gaat hier om de sterkte van de constructies tijdens brand en de verspreiding van vuur tussen verschillende ruimten en de warmteoverdracht hierbij. De drie verschillende normen die de brandwerendheid van een constructie aan duiden zijn:
- Draagkracht (R)
- Vlamdichtheid (E)
- Thermische isolatie (I)
Afhankelijk van gebouw en functie zijn de eisen: 30, 60 of 90 minuten.


2. Krimp en zwelgedrag.
Vochtpercentage en de wijze van zagen uit de stam heeft gevolgen voor het krimp en zwelgedrag van het hout. De luchtvochtigheid in de celwand bepaalt of het hout water opneemt of afgeeft. Wanneer het vochtpercentage tot de 30% komt raken de vezels verzadigd. Dit heeft vezelverzadigingspunt. Tot dit punt is er een constante zwelling van van de houtcellen, te weten: tangentiaal 8%, radiaal 4% en 0,3% in vezelrichting. Door het juiste zaag- en droogproces kan vervorming worden beperkt. Tevens is dit ook afhankelijk van de houtsoort.


3. Sterktesortering.
Omdat hout geen homogeen materiaal is, er meer of minder gebreken in voor kunnen komen en er verschillen in houtsoorten zijn is sterkte sortering en bepaling essentieel. Dit gebeurt volgens de EN 14081 met verschillende belasting scenario’s. Classificatie gebeurd volgens de norm EN338. Naaldhout in C classes en hardhout in D. C klasse gaat van C14 (het zwakste) tot C50 (het sterkste). Hardhout van D18 tot D70.


4. CO2 opslag.
Tijdens de groei nemen planten en bomen CO2 op uit de atmosfeer. In ruil daarvoor produceren ze zuurstof. Dit proces biedt grote kansen en mogelijkheden voor CO2 reductie. Door aanplant bos en meer gebruik hout- en houtproducten kunnen we het CO2 probleem aanpakken. Hout slaat CO2 op in de vorm van koolstof. Om de opgeslagen CO2 te berekenen in het hout ga je uit van helft massa overdroog hout is koolstof. Verhouding gewicht (C) en (CO2) is 3,67. Dus gewicht koolstof x 3,67 = gewicht CO2.

Voorbeeld: houtsoort met massa 500 kg/m3 = 250x3,67 = 0,92 ton CO2. Dit is vergelijkbaar met het rijden van 6350 km met een middenklasse auto.
Hoe hoger de volumieke massa hoe meer CO2 er wordt vastgelegd.
In een houtsoort met een massa van 1000 kg/m3 = 500x3,67 = 1,84 ton CO2 opgeslagen.

Wanneer hout of ander biobased product aan einde van levensduur wordt verbrand blijft er toch een negatieve CO2 waarde over hele levenscyclus inclusief productie. Dit vanwege vervanging van CO2 intensieve fossiele brandstoffen.


Carbon credits:
Bomen slaan CO2 op tijdens de groei. Wanneer een boom vergaat komt de opgeslagen CO2 weer in de atmosfeer terecht. Als een biobased product wordt verbrand in de energiecentrale dan wekt het totale systeem elektriciteit of warmte op die fossiele energie kan vervangen. Dit leidt tot een carbon credit wat bijdraagt aan een negatieve CO2 voetafdruk.


Gemodificeerde houtsoorten.
Om de duurzaamheid van hout te verhogen en om de mogelijkheid te hebben om de meer dicht bij huis groeiende soorten toe te passen worden bepaalde houtsoorten gemodificeerd. Grofweg heb je 2 type van modificatie:  chemisch en thermisch.
De celstructuur wordt hiermede aangepast. Daarbij is een groot voordeel dat het hout na modificatie nauwelijks meer werkt en dus zeer stabiel is. Dit komt de levensduur van schilderwerk ten goede, 10-15 jaar niet schilderen behoort al tot de mogelijkheden (afhankelijk van houtsoort en situatie).
Voorbeelden van chemische modificatie: accoya en van themisch: thermowood, Fintiwood, fraké, ayous.


                                    accoya                                                           Thermisch gemodificeerd fraké