Bureau voor advies en dienstverlening.
Wij zijn er voor uw projecten!

HSB

In de wereld van HSB heb je grofweg de volgende toepassingen namelijk:
- Binnenspouwbladen
- Buitenspouwbladen
- Gevelvullende elementen (niet dragend)
- Houtskeletbouw.
- Combinatie houtskeletbouw en CLT en volledig CLT.



Binnenspouwbladen zijn houten wanden aan de binnenzijde van een gevel. Dit is de isolerende, vochtkerende, dampremmende en tochtvrije schil. Daarom heen wordt de stenen muur gemetseld met een spouw.
Buitenspouwbladen zijn wanden die juist aan de buitenzijde van een gevel worden toegepast. De binnenmuur is van steen. Het buitenblad dient hier ook als isolerende, vochtkerende en tochtvrije schil. Alleen de dampremming wordt door de binnenmuur overgenomen.


Gevelvullende elementen zijn hsb elementen die in een opening in de gevel worden geplaatst en is dus de complete buitenwand. Veelal worden deze elementen tussen de betonnen vloeren gemonteerd. Als je de stalen montagebeugels van te voren goed afstelt en monteert kan je snel een gevel opbouwen en waterdicht hebben.


Houtskeletbouw bestaat al heel lang en is het bouwen van een compleet gebouw met prefab vervaardigde wanden, daken en vloeren. Je hebt in deze bouwwijze twee bouwmethoden: de balloon methode en de platformmethode. Bij de balloonmethode loopt de buitenwand door en bij de platformmethode lopen de vloeren door, wanden staan op de vloeren.


In de houtbouw is CLT (Cross Laminated Timber) in opkomst. Dit zijn massief gelamineerde elementen die als vloer en/of wand dienst kunnen doen. Je kan er grote overspanningen mee realiseren en snel mee bouwen. Een combinatie van houtskeletbouw kan ook. De wanden zijn dan in HSB en de vloeren en daken in CLT.
Wat zijn nu de voor- en nadelen van toepassing HSB versus CLT.



HSB versus CLT


Voordelen HSB

Nadelen HSB

Voordelen CLT

Nadelen CLT

gezamenlijke voordelen

Dampopen constructie    

Minder grote overspanningen mogelijk.

Grote overspanningen mogelijk maar aanvullende enginering nodig.

Niet dampopen.

Prefabriceren leidt tot korte bouwtijd.

Aansluit- en stroompunten en leidingen kun je tot in de bouw bepalen.    

Heeft beplating nodig als afwerking.

Kan meteen afwerking zijn.

Voor productie leidingen en stroompunten bepalen.

Lichte kranen op de bouw nodig.

Aanpasbaarheid op de bouw is groot ,   

Lichte constructie,  warmt snel op en koelt snel af.

Massieve wand warmen langzaam op.

Minder aanpasbaar op de bouw.

Fundering kan lichter uitgevoerd worden.

Goede vochtregulering   

Meer arbeidsgangen voor afwerking.

Minder werkgangen nodig voor afwerking

Veel gebruik van lijm

Biobased materiaal, CO2 opslag

Wel composteerbaar   


Nog sneller bouwen

Niet composteerbaar

Goede ruimte akoestiek

Minder hout nodig   


DLT is alternatief voor CLT, minder lijm nodig 

Hoog houtaandeel

Betere mogelijkheden voor Passief bouw en luchtdicht bouwen.

Constructie en isolatie in zelfde laag  



Constructie en isolatie in gescheiden lagen

Beide systemen af te werken met zelfde gevelbekleding



Houtskeletbouw
Ontwerp en aandachtsgebieden:


1. Indeling ruimten:
- Natte ruimten zoveel mogelijk boven elkaar situeren (begane grond en verdiepingen).
- Schachten boven elkaar.
- Schachten voorzien van apart compartiment voor koude leidingen.
- Toiletten en douches direct aan verticale schacht te grenzen.


2. Inwendige condensatie:
- Waterdampdiffusie geschiedt van de zijde met de hoogste dampspanning naar die met de laagste, m.a.w. vocht wil zich verplaatsen van de warme zijde naar de koude.
- Temperatuur: warmte stroomt van de zijde met de hoogste temperatuur naar die van de laagste.
- Dampspanning hoger dan op basis van de aanwezige temperatuur mogelijk is dan ontstaat condensatie.
- Inwendige condensatie komt vooral door luchtlek i.p.v. door damp transport.
- Het rondom toepassen van een goede luchtdichting aan binnenzijde van de constructie is dus cruciaal.


3. Geluidsisolatie:
Mogelijkheden om geluidsisolatie te verhogen:
- Vergroten luchtspouw.
- Verhogen massa
- Het scheiden van de stijlen (woning scheidende wanden)
- Toepassen constructies met gedeeltelijk ontkoppeling tussen de spouwbladen.
- Flexibel verbinden vloerbalken en draagconstructie plafond.
- Zwevende dekvloeren toepassen.
- Begane grondvloer en daken ter plaatse van woning scheidende wand onderbroken toepassen. Bij steenachtige vloeren, de vloeren verend opleggen met rubber of vilt.
- Luchtdichtingen tussen woning scheidende wanden en vloeren.
Voor elke geluidseis kan de benodigde opbouw en dikte van de materialen berekend worden, om dit te halen.


4. Luchtdichting:
- Het toepassen van een leidingenspouw aan de binnenzijde verdient aanbeveling. Je behoeft dan niet meer de dampdichte laag te doorboren en onderbreken.
- Goede luchtdingen tussen woningscheidende wand en vloeren.
- Aansluiting kozijnen en buitenwanden goed afplakken, rond gaande dichtingen en kierdichtingen.
- Aansluiting wanden op begane grond vloer goed rondgaand afplakken.
- Naden wanden afplakken.


5. Installaties:
- Grote leidingen, kanalen en afvoerbuizen zoveel mogelijk evenwijdig aan vloerbalken laten lopen.
- Leefruimten niet grenzen aan schacht en afvoerbuizen.
- Afvoerbuizen riolering op afschot.
- Afvoer toilet direct door schachtwand in de standleiding, dus niet door vloeren.
- Let op plaats ventilatie toevoer lucht in combinatie met leefruimten. Niet bij deuropeningen en zitplaatsen en ook niet vlakbij afzuigpunt.




Koudebruggen:
Plaatsen met weinig thermische isolatie of een grote warmtegeleiding veroorzaken een lagere temperatuur aan het binnen oppervlak. Er kan dan een situatie ontstaan dat op deze plekken schimmels ontstaan door condensatie van het vocht op dit oppervlak. Het bouwbesluit formuleert hiervoor een eis, de zgn. temperatuurfactor (f-factor). De temperatuur binnen oppervlak mag niet lager zijn dan 11,7 Celsius. Kritisch is bijvoorbeeld aansluiting begane grondvloer  op de fundering.